Het gedrag van de baarmoeder-hals tijdens de fasen van de eierstokcyclus
De baarmoederhals ligt aan de onderzijde van de baarmoeder en is hiermee verbonden door een vernauwing, de isthmus. Gestimuleerd door de eierstokhormonen produceert de baarmoederhals diverse typen baarmoederhalsslijm. Het diagram rechts toont de verschillende holten van waaruit de slijmafscheidingen komen. Deze hebben een cruciale rol voor de vruchtbaarheid en voor de algemene gezondheid van de vrouw. Baarmoederhalsslijm zakt af naar de schedeuitgang en kan door de vrouw gevoeld en waargenomen worden. Dit vormt de grondslag van de Billings Methode.
Hieronder een commentaar op elk stadium van de eierstokcyclus, gepaard met een serie afbeeldingen.
Een bijbehorende pagina geeft animaties van de serie.
Kleurencodes van de baarmoederhals
G-slijm |
L-slijm |
P-slijm |
S-slijm |
Menstruatievloeiing |
Fase van de eierstok |
Gedrag van de baarmoederhals |
Baarmoederhals en onderste deel hiervan |
Menstruatie |
De prop
G-slijm laat los om menstruatievloeiïng mogelijk te maken. |
|
Menstruatie |
Elke aanwezigheid van slijm wordt gemaskeerd door de mentruatievloeiing wanneer de eisprong vroeg plaatsvindt. |
|
Menstruatie |
De menstruatievloeiing
wordt minder en dik G-slijm hoopt zich op in het baarmoederhalskanaal. Het Onvruchtbaar
Basispatroon kan worden herkend, zelfs bij de aanwezigheid van bloedvlekken. |
|
Onvruchtbaar basispatroon |
Na de menstruatie
wordt de nauwe baarmoederhals afgesloten door G - slijm. |
|
Onvruchtbaar basispatroon |
De nauwe baarmoederhals wordt afgesloten door G-slijm. Zaadcellen worden vastgehouden in de schede waar hun levensduur heel beperkt is. |
|
Eerste punt
van verandering |
G-slijm
vermindert met behulp van het vloeibaarmakende effect van P2-slijm. |
|
Mogelijke
vruchtbaarheid |
G-slijm vermindert, L-slijm neemt toe, S-slijm begint, en biedt voedingsstoffen en kanalen voor het transport van het zaad. |
|
Mogelijke
vruchtbaarheid |
S- en L-slijm nemen toe. |
|
Mogelijke
vruchtbaarheid |
G-slijm vermindert verder, L-slijm neemt toe, S-slijm neemt toe. De veranderingen in het vruchtbare patroon worden aan de schedeuitgang waargenomen en worden veroorzaakt door de veranderende verhoudingen van de slijmtypen. Als gevolg van de combinatie van L- en S-slijm kunnen slierten worden waargenomen. |
|
Mogelijke
vruchtbaarheid |
Het vloeibaarmakende effect van P-slijm op de slierten S- en L-slijm is uitgesproken. Slijmslierten kunnen verdwijnen en alleen een glibberig gevoel aan de schedeuitgang achterlaten. |
|
Piek van
de vruchtbaarheid |
De eisprong is nabij. De eicel kan overleven tot 24 uur na de eisprong. De baarmoederhals heeft de maximale voorwaarden voor bevruchting bereikt. De voorwaarden voor de selectie en het snelle transport van zaadcellen van hoge kwaliteit zijn nu het gunstigst. De schedeuitgang voelt glibberig en gezwollen aan.
|
|
Piek+1 |
In de meeste gevallen heeft de eisprong plaats op de piekdag of op deze dag. De eicel kan tot 24 uur overleven. De kanalen voor het transport van zaadcellen bestaan nog. Het G-slijm begint zich te vormen in de laaggelegen holten. De schedeuitgang is niet meer nat of glibberig.
|
|
Piek+2 |
G-slijm neemt toe, S- en L-slijm nemen af. De eisprong kan tot op deze dag plaatshebben. De eicel kan tot 24 uur overleven. Kanalen voor het transport van zaadcellen worden steeds minder in aantal. De schedeuitgang is niet meer nat of glibberig.
|
|
Piek+3 |
G-slijm neemt toe. S- en L-slijm zijn nog in geringe hoeveelheden aanwezig. Kanalen voor het transport van zaadcellen bestaan nog. Bevruchting is mogelijk wanneer de eicel aanwezig is. De schedeuitgang is niet meer nat of glibberig.
|
|
Luteal
Fase |
De baarmoederhals is afgesloten door G-slijm. De eicel is dood. Bevruchting is niet langer mogelijk. De vrouw is onvruchtbaar.
|
|
Luteal
Fase (Onvruchtbaar) |
Het baarmoederhalskanaal is nauw en afgesloten door G-slijm. |
|
Menstruatie |
De prop
G-slijm heeft losgelaten om de menstruatievloeiing door te laten. |
|